Op 22 maart heeft de Algemene Vergadering van de VN unaniem een baanbrekende resolutie aangenomen met betrekking tot kunstmatige intelligentie (AI), ondersteund door 123 landen, inclusief China, wat de steun van alle 193 lidstaten van de VN toont. Deze resolutie, opgestart door de VS, roept landen op om de mensenrechten te waarborgen, data privacy te handhaven en alert te zijn op de risico’s van AI.
Ondanks dat veel AI-gerelateerde initiatieven niet dwingend zijn, bestaan er zorgen over de mogelijkheid van AI om democratische processen te verstoren, fraude te verergeren, of grootschalige werkloosheid te veroorzaken, onder andere potentiële negatieve effecten. Het document benadrukt de gevaren van incorrect of kwaadwillend gebruik van AI-systemen die de bescherming en het genot van mensenrechten en fundamentele vrijheden kunnen ondermijnen.
Deze resolutie van de Algemene Vergadering, hoewel niet juridisch bindend zoals die van de Veiligheidsraad, fungeert als een reflectie van de wereldwijde opinie en spoort verschillende partijen aan tot het ontwikkelen van regelgevingskaders voor veilige AI.
Verder streeft de resolutie ernaar de digitale kloof te dichten en ontwikkelingslanden te betrekken bij AI-gesprekken, door hen te voorzien van de nodige technologieën en vaardigheden voor toepassingen zoals ziekteherkenning en overstromingsvoorspelling.
In november sloten de VS, het VK, en andere landen een wereldwijde overeenkomst om AI te beschermen tegen misbruik, waarbij benadrukt werd dat technologiebedrijven AI moeten ontwikkelen met ingebouwde veiligheidsmaatregelen.
Grote technologiebedrijven hebben over het algemeen de noodzaak van AI-regulatie erkend, mits deze hen ten goede komt. Echter, op 13 maart keurden EU-wetgevers de eerste uitgebreide AI-wetgeving goed, die in mei of juni van kracht wordt en verschillende technologieën verbiedt, waaronder biometrische surveillance en ongerichte gezichtsherkenning.
Het Witte Huis nam in oktober ook maatregelen om de risico’s van AI voor consumenten, werknemers en minderheden te beperken en tegelijkertijd de nationale veiligheid te versterken.
Bronvermelding
